450 лет лидерства. Технологический расцвет Голландии в XIV–XVIII вв. и что за ним последовало

Penner, H., Ansiedlung mennonitischer Niederländer im Weichselmündungsgebiet von der mitte des 16. Jahrhunderts bis zum Beginn der preußischer Zeit (Danzig 1940).

Persson, K. G., Pre-industrial economic growth. Social organization and technological progress in Europe (New York 1988).

Petersen, H.-P., ‘«Ihr Korn mahlen zu lassen, wo und wie Ihnen beliebet» – Müller in Dithmarschen’, in: R. Nissen (ed.), Glück zu! Mühlen in Schleswig-Holstein (Heide 1981) 67 – 78.

Petersen, H., Geschichte der Mühlen zwischen Eider und Königsau (Neumünster 1988).

Peuter, R. E. M. A. de, ‘De overdracht van technische kennis en de emigratie van technici vanuit de Republiek naar de Zuidelijke Nederlanden: Brussel 1650 – 1800’, Jaarboek voro de Geschiedenis van Bedrijf en Techniek, 2 (1985) 11 – 31.

Phillips, Carla Rahn and William D. Phillips, Spain’s golden fleece. Wool production and the wool trade from the Middle Ages to the nineteenth century (Baltimore 1997).

De physique existentie dezes lands. Jan Blanken inspecteur-generaal van de waterstaat (1755–1838) (Amsterdam 1987).

Pinkse, V. C. C. J., ‘Het Goudse kuitbier. Gouda’s welvaren in de late middeleeuwen 1400 – 1568’, in: Gouda zeven eeuwen stad (Gouda 1972) 91 – 128.

Pöge, G., Die Windund Wasser mühlen des Kreises und der Stadt Flensburg (Schleswig 1980).

Poel, J. M. G. van der, ‘De teelt van meekrap’, in: Ceres en Clio. Zeven variaties op het thema landbouwgeschiedenis (Wageningen 1964) 129 – 164.

–, Honderd jaar landbouwmechanisatie in Nederland (Wageningen 1967).

–, ‘Landbouw in de Noordelijke Nederlanden 1770 – 1840’, in: Algemene Geschiedenis der Nederlanden, vol. 10 (Bussum 1981) 159 – 182.

Poelmans, W. J. L., ‘De eerste kalandermolen in Rotterdam’, Rotterdams Jaarboekje, 2^de reeks, 9 (1921) 116 – 123.

Poelwijk, Arjan, ‘Weten regelgeving in de Amsterdamse zeepnijverheid, ca. 1500 – 1630’, in: Clé Lesger and Leo Noordegraaf (eds.), Ondernemers en bestuurders. Economie en politiek in de Noordelijke Nederlanden in de Late Middeleeuwen en Vroegmoderne Tijd (Amsterdam 1999) 417 – 431.

–, «In dienste vant suyckerbacken». De Amsterdamse suikernijverheid en haar ondernemers, 1680 – 1630 (Hilversum 2003).

Polak, M. S., Historiografie en economie van de ‘muntchaos’. De muntproductie van de Republiek (1606–1795), 2 vols. (Amsterdam 1998).

Polderdijk, F. P., ‘De houtzaagmolens bij Nieuwland. (1632) 1722 – 1902. Bijdrage tot de geschiedenis der houtzaagindustrie in Zeeland’. Archief. Vroegere en latere mededeelingen voornamelijk in betrekking tot Zeeland (1936) 50 – 106.

Poldervaart, M., ‘Eendenkooien, een typisch Nederlandse creatie’, Historisch Geografisch Tijdschrift, 17 (1990) 49 – 53.

Pols, K. van der, ‘Early steam pumping engines in the Netherlands’, Transactions of the Newcomen Society, 46 (1972–1973) 13 – 14.

–, ‘De introductie van de stoommachine in Nederland’, in: Ondernemende geschiedenis.

22 opstellen geschreven bij het afscheid van mr. H. van Riel als voorzitter van de Vereniging het Nederlandsch Economisch-Historisch Archief (The Hague 1977) 183 – 198.

Poni, C., ‘All’origine del sistema di fabbrica: tecnologia e organizzazione produttiva dei mulini da seta nell’Italia settentrionale (secc. XVII–XVIII) ’, Rivista Storica Italiana, 88 (1976) 444 – 497.

–, ‘Archéologie de la fabrique’, Annales ESC, 27 (1972) 1475 – 1496.