Een jager leest een advertentie in de krant: unieke jachthond te koop. Hij besluit te gaan kijken. De verkoper neemt hem mee naar het hok. De jager kijkt en zegt: „Maar dat is gewoon een labrador”.
„Ja”, zegt de verkoper,” maar deze hond is echt uniek. We zullen wel eens even een stukje gaan jagen”.
De verkoper haalt zijn geweer en de twee lopen met de hond naar het meer toe. De verkoper knalt een eend uit de lucht en de eend valt in het water. De hond loopt over het water naar de eend toe, neemt hem in zijn bek en brengt hem over het water lopend mee terug naar de twee mannen.
„Dat is inderdaad bijzonder”, zegt de jager, „wat moet die hond kosten?”
„Ja”, zegt de verkoper,” hij is natuurlijk niet goedkoop: 5000 gulden”.
„Wat,” zegt de jager, „5000 gulden voor een hond die niet kan zwemmen?”
Bijten
(Кусаться)
Op de hoek van de straat
(на углу улицы) staat een man met een hond naast hem (стоит один мужчина, рядом с ним собака: «с собакой возле него»). Een andere man komt voorbij (другой мужчина проходит мимо), bekijkt de hond (осматривает собаку) en vraagt (и спрашивает): „Bijt uw hond (ваша собака кусается)?”„Nee,” zegt de man
(нет, говорит мужчина).De ander streelt de hond
(другой гладит собаку) en wordt in zijn hand gebeten (и становится укушенным в его руку = и его кусают в руку).Terwijl hij zijn bloedende hand met een zakdoek verbindt
(перевязывая кровоточащую руку носовым платком;„Dat klopt”, zegt de eerste man
(это так, говорит первый;Op de hoek van de straat staat een man met een hond naast hem. Een andere man komt voorbij, bekijkt de hond en vraagt: „Bijt uw hond?”
„Nee,” zegt de man.
De ander streelt de hond en wordt in zijn hand gebeten.
Terwijl hij zijn bloedende hand met een zakdoek verbindt, zegt hij kwaad: „Ik dacht dat jij gezegd had dat je hond niet zou bijten!”
„Dat klopt”, zegt de eerste man, „Maar dit is mijn hond niet”.
Dieven
(Воры)