Verbeek, Theo, ‘Notes on Ramism in the Netherlands’, in: Mordechai Feingold, Joseph Freedman and Wolfgang Rother (eds.), The influence of Petrus Ramus. Studies in sixteenth and seventeenth century philosophy and sciences
(Basel 2001) 38 – 53.Verbong, G., ‘De ontwikkeling van het turksroodverven in Nederland’, Jaarboek voor de Geschiedenis van Bedrijf en Techniek
, 3 (1986) 183 – 204.–, ‘De mechanisering van het katoendrukken in Nederland’, Jaarboek voor de Geschiedenis van Bedrijf en Techniek
, 5 (1988) 369 – 389.Verhe-Verkein, H., ‘De nieuwe nijverheden te Gent in de XVIIe
en XVIIe eeuw’, Handelingen Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, Nieuwe serie I (Gent 1944) 205 – 222.Verhulst, A., ‘La laine indigène dans le anciens Pays-Bas entre le XII et le XVII siècle. Mise-en-oevre industrielle, production et commerce’, Revue Historique
, 248 (1972) 281 – 322.–, Landschap en landbouw in middeleeuws Vlaanderen
(s.l. 1995).Verkade, M. A., De opkomst van de Zaanstreek
(Utrecht 1952).Vermij, R. H., ‘Bedrijfsspionage in de achttiende eeuw. Een agent van de tsaar te «Zijdebalen» ’, Maandblad Oud-Utrecht
, 63 (1990) 107 – 110.–, Secularisering en natuurwetenschap in de zeventiende en achttiende eeuw
(Utrecht 1991).Verstegen, S. W. and A. Kragten, ‘De Veluwse kopermolens in de negentiende eeuw:
een raadsel voor historiografen?’, Jaarboek voor de Geschiedenis van Bedrijf en Techniek
, 1 (1984) 172 – 187.Verster, J. B. L., De Nederlandsche lederindustrie tot 1939
(Doetinchem 1940).Vervliet, H. D. L., ‘De typografie gedurende de 15de
tot 18de eeuw’, in: Algemene Geschiedenis der Nederlanden, vol. 9 (Haarlem 1980) 198 – 206.Vieyra, D., ‘Uit oude archieven’, Pharmaceutisch Weekblad
, 74 (1937) 444 – 452. Vilar, P., La Catalogne dans l’Espagne moderne (Paris 1962).Vis, D., Drie eeuwen verf. Een en ander uit de geschiedenis van de Zaanse verfindustrie
(s.l. 1943). Visser, C., Verkeersindustrieën te Rotterdam in de tweede helft der achttiende eeuw (Rotterdam 1927).Visser, H. A., Zwaaiende wieken. Over de geschiedenis en het bedrijf van de windmolens in Nederland
(Amsterdam 1956).Visser, J. de, ‘De Gentse katoenindustrie voor de Industriële Revolutie’, Economischen Sociaal-Historisch Jaarboek
, 44 (1981) 44 – 50.Vlessing, O., ‘The Portuguese-Jewish mercantile community in seventeenth-century Amsterdam’, in: Clé Lesger and Leo Noordegraaf (eds.), Entrepreneurs and entrepreneurship in early modern times. Merchants and industrialists within the orbit of the Dutch staple market
(The Hague 1995) 223 – 243.Vlieger, J. H. de and E. Homburg, ‘Technische vernieuwing in een oude trafiek. De Nederlandse loodwitindustrie.1600 – 1870’, Jaarboek voor de Geschiedenis van Bedrijf en Techniek
, 9 (1992) 9 – 68.Vliet, A. P. van, Vissers en kapers. De zeevisserij vanuit het Maasmondgebied en de Duinkerker kapers (ca. 1580 – 1649)
(The Hague 1994).Vogel, Jaap, ‘De zijdelintindustrie te Haarlem, 1663 – 1780’, Jaarboek voor de Geschiedenis van Bedrijf en Techniek
, 3 (1986) 76 – 91.–, Een ondernemend echtpaar in de achttiende eeuw: Pieter Merkman jr. en Isabella van Leeuwarden. De Haarlemse garenlintindustrie
(Rotterdam 1987).Vollmer, G., ‘Eine Fabrikenstatistik des Herzogthums Kleve aus dem Ende des 18. Jahrhunderts’, Düsseldorfer Jahrbuch
, 46 (1954) 181 – 203.Voorbeijtel Cannenburg, W., ‘Fransche oorlogsschepen in 1666 in Nederland gebouwd’, Jaarverslag Nederlands Historisch Scheepvaartmuseum 1950/51
, 31 – 36.Voorn, H., ‘Bentse Bruk. The first paper mill in Norway’, The Paper Maker
, 24 (1955), no. 2, 31 – 41.