In haar laatste hoofdstuk: De wetenschap en de andere kant, vertelt Allison dat ik haar bij onze eerste ontmoeting vroeg of zij informatie kon ontvangen van iemand van wie ik veel hield en die kortgeleden was overleden. Ik vertelde haar niets over de overledene: niet de leeftijd, het geslacht of de relatie die ik met deze persoon had. En terwijl Allison in het onderzoekscentrum haar vermogens probeerde aan te tonen, reageerde ik nauwelijks, visueel noch verbaal.
Allison ontving verifieerbare informatie over Susy waar ik ook wat mee kon, zoals de reden van haar overlijden (een hartaanval), haar dromen over de toekomst in het hiernamaals (zoals haar wens om bij haar overleden hondje Junior te zijn), en het allerbelangrijkste: een bericht voor mij over de bevrijding die ze ervoer nu ze vrij was van fysieke beperkingen. Allison zei, en ik parafraseer: ‘De overledene blijft herhalen dat ik het volgende moet overbrengen: ‘Ik loop niet alleen'.’ Waarom zijn die vier woorden belangrijk? Omdat Susy de laatste tien jaar van haar leven in een rolstoel zat. Susy heeft me zelf meerdere malen verteld dat ze ervan droomde in het hiernamaals te kunnen dansen, als ze eindelijk haar fysieke lichaam en de daarbij behorende pijn kon afleggen.
Uit de vele sessies met Allison werd overduidelijk dat het aan de overzijde heel goed ging met Susy. Ons onderzoek loopt door terwijl ik deze woorden schrijf. Het behelst nu niet alleen drie generaties: Susy, Gary (ik) en Allison, maar ook nog twee kanten van de bestaande energiedimensies: hier en daar. Het is voor mij heel belangrijk dat Allison zich eerst en vooral wijdt aan de waarheid. Allison weet dat het voor haar persoonlijke integriteit, voor die van het Human Energy Systems Laboratory en die van het werk dat ze vertegenwoordigt, heel belangrijk is dat ze volkomen eerlijk en bescheiden is. Allison schrijft zoals ze is: duidelijk, warm, intelligent en vrolijk. Ik hoop dat dit boek uw wensen en dromen kan inspireren, zoals het de mijne heeft geïnspireerd. Allison, we zijn je dankbaar voor deze gave der gaven.
Gary E. Schwartz, Ph.D., is hoogleraar in de psychologie, medische wetenschappen, neurologie, psychiatrie en chirurgie en hoofd van het Human Energy Systems Laboratory aan de universiteit van Arizona. Hij is in 1971 aan de universiteit van Harvard gepromoveerd in de persoonlijkheidspsychologie. Na vijf jaar aan die universiteit te hebben gedoceerd, werd hij hoogleraar in de psychologie en psychiatrie aan de universiteit van Yale, waar hij tevens het Psychophysiology Center leidde en mededirecteur was van de Yale Behavioral Medicine Clinic. Hij verhuisde in 1988 naar Arizona. Gary Schwartz heeft bijdragen geleverd aan elf wetenschappelijke werken; heeft meer dan vierhonderd wetenschappelijke artikelen geschreven, waarvan zes voor het tijdschrift
INLEIDING
AIs je het populaire Amerikaanse televisieprogramma