Arts tegen patiënt
(врач пациенту): „Ik heb goed nieuws (у меня есть хорошая новость) en ik heb slecht nieuws (и у меня есть плохая новость). Het slechte nieuws is (плохая новость есть = заключается в том) dat u hooguit nog maar drie dagen te leven hebt (что вам самое большее еще только три дня осталось жить)”.„En wat is dan het goede nieuws
(а какая тогда хорошая новость)?” vraagt de patiënt geschrokken (спрашивает пациент испуганно;„Dat ik na maanden aandringen
(что я после месяцев настаивания;Arts tegen patiënt: „Ik heb goed nieuws en ik heb slecht nieuws. Het slechte nieuws is dat u hooguit nog maar drie dagen te leven hebt”.
„En wat is dan het goede nieuws?” vraagt de patiënt geschrokken.
„Dat ik na maanden aandringen eindelijk met mijn assistente naar bed ben geweest”.
Positief denken
(Думать позитивно)
Een man zegt tegen de psychiater
(мужчина говорит психиатру): „Ik ben het leven moe (мне надоело жить;Zegt de psychiater: „Ik heb u toch altijd verteld
(я вам ведь всегда рассказывал;„Inderdaad!” zegt de man
(в самом деле, говорит мужчина). „Daar heeft u gelijk in (вы в этом правы). Ik zal anders zeggen (я скажу иначе): Ik ga mijn leven op de rails zetten (я поставлю мою жизнь на рельсы)!”Een man zegt tegen de psychiater: „Ik ben het leven moe, ik ga mezelf voor de trein gooien!”
Zegt de psychiater: „Ik heb u toch altijd verteld dat u een positieve draai aan uw leven moet geven en aan alle dingen in het leven”.
„Inderdaad!” zegt de man. „Daar heeft u gelijk in. Ik zal anders zeggen: Ik ga mijn leven op de rails zetten!”
Pannekoeken
(Блины)