Ineens vraagt Eva
(Ева вдруг спрашивает): „Adam, vind jij mij nog mooi (Адам, ты находишь меня /все/ еще красивой)?”Adam: „Natuurlijk, wie anders
(конечно, кого /же/ еще)”.Adam en Eva zaten op het gras in de hemel.
Ineens vraagt Eva: „Adam, vind jij mij nog mooi?”
Adam:”Natuurlijk, wie anders”.
Op het kerkhof
(На кладбище)
Een lijk wandelt over het kerkhof
(труп прогуливается через кладбище;Verbaasd
(удивленно;„Ach, zonder identiteitsbewijs
(ах, без удостоверения личности;Een lijk wandelt over het kerkhof met zijn graafzerk bij zich.
Verbaasd vraagt een dode kennis: „Waarom zeul je je graafsteen toch mee?”
„Ach, zonder identiteitsbewijs kom je tegenwoordig nergens meer!”
In het vliegtuig
(В самолете)
Het was etenstijd in het vliegtuig
(было обеденное время: «время приема пищи» в самолете;„Wilt u iets eten
(вы хотите что-то поесть)?” vroeg de stewardess aan een man (спросила стюардесса у одного мужчины;„Waaruit kan ik kiezen
(из чего я могу выбрать)?” vroeg hij (спросил он).„Uit ja of nee
(из «да» или «нет»),” zegt de stewardess (говорит стюардесса).Het was etenstijd in het vliegtuig.
„Wilt u iets eten?” vroeg de stewardess aan een man.
„Waaruit kan ik kiezen?” vroeg hij.
„Uit ja of nee,” zegt de stewardess.
Militairen
(Военные)
Er staan een paar militairen
(/здесь/ стоит: «встает» пара военных) tegenover elkaar (друг против друга) op te scheppen (хвастаясь/и хвастаются/;– Nee jongens
(нет, парни), het meten van je slimheid (измерение твоего ума) aan de hand van het IQ (на основе IQ) is al lang verleden tijd (уже давно прошедшее время). Ze hebben al lang een nieuwe eenheid gevonden: de „tére” (/они/ уже давно нашли новую единицу;Al die militairen knikken zo’n beetje
(все те военные кивают так немножко) en zeggen allemaal zoiets van (и все говорят что-то в этом роде):– Ja, daar hebben wij wel eens iets over gehoord
(да, мы уже как-то что-то слышали об этом).Dan zegt de man
(потом мужчина говорит):