– Stel je voor
(представь себе;– Wat ben ik blij dat we niet in het jaar 3000 leven, – zegt een jongetje tegen zijn klasgenootje.
– Hoezo?
– Stel je voor, dan zouden we nog veel meer geschiedenis moeten leren!
Samenstelling
(Сложное слово
8)De onderwijzer zegt
(учитель говорит;– Er bestaan woorden
(существуют слова) die een samenstelling zijn van twee andere woorden (которые являются сложением двух других слов) zoals (такие как, например) bloempot (цветочный горшок), bloem en pot (цветок и горшок). Wie kan er nog een voorbeeld geven van een samenstelling (кто может здесь еще привести пример сложного слова)? Jantje is er als de kippen bij en antwoordt (Янтье уже тут как тут и отвечает;– Ik, meester
(я, учитель). Kostuum (костюм)!– Uit welke twee woorden bestaat dat
(из каких двух слов это состоит)? – wil de onderwijzer weten (хочет знать = осведомляется учитель).– Uit een broek en een vest, mijnheer, – antwoordt Jantje
(из брюк и пиджака, господин, отвечает Янтье).De onderwijzer zegt:
– Er bestaan woorden die een samenstelling zijn van twee andere woorden zoals bloempot, bloem en pot. Wie kan er nog een voorbeeld geven van een samenstelling?
Jantje is er als de kippen bij en antwoordt:
– Ik, meester. Kostuum!
– Uit welke twee woorden bestaat dat? – wil de onderwijzer weten.
– Uit een broek en een vest, mijnheer, – antwoordt Jantje.
Twee leeuwen
(Два льва)
Twee leeuwen wandelen over de Grote Markt in Brussel
(два льва прогуливаются по Большому рынку в Брюсселе).Zegt de ene leeuw tegen de andere
(говорит один лев другому):– Wat kunnen ze toch overdrijven
(как могут они все-таки преувеличивать)! Ze zeggen dat het hier altijd zo druk is (они говорят, что здесь всегда так оживленно;Twee leeuwen wandelen over de Grote Markt in Brussel.
Zegt de ene leeuw tegen de andere:
– Wat kunnen ze toch overdrijven! Ze zeggen dat het hier altijd zo druk is. Kijk eens: geen mens te zien!
Vakantie
(Отпуск)
– Ben jij al met vakantie in Engeland geweest
(ты бывал уже в отпуске: «с отпуском» в Англии)? – vraagt Dries aan zijn vriend (спрашивает Дрис у своего друга).– Nee
(нет).– Waarom niet
(почему нет)?– Omdat ze daar links rijden
(потому что они там слева ездят = у них левостороннее движение).– En wat dan nog
(и что тогда еще = ну и что же)?– Ik heb het hier een paar dagen geprobeerd
(я попробовал это здесь пару дней) maar het gaat echt niet (но это в самом деле не выходит/не получается;